Wilt u uw gebouw in de winter verwarmen en in de zomer koelen? Hiervoor kunt u een gesloten bodemwarmte-installatie aanleggen. Vaak is het voldoende dit te melden bij de gemeente.

Beschrijving

Om uw gebouw te verwarmen, kunt u de warmte in de bodem gebruiken. Hiervoor installeert u een bodemwarmtewisselaar. Hiermee kunt u uw pand opwarmen en afkoelen. In de winter neemt u warmte uit de bodem op. In de zomer geeft u warmte af aan de bodem en koelt u het pand dus juist. Het water in dit gesloten systeem komt niet in contact met het grondwater.

Wilt u samen met uw buren bodemwarmte gebruiken? Dan heeft u een grotere installatie nodig. Misschien heeft u hiervoor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets nodig.

De voorwaarden voor het aanleggen van een bodemwarmte-installatie zijn:

  • Het ontwerp van het systeem is afgestemd op de aard en omvang van de behoefte aan warmte en kou.
  • De winning van warmte mag de werking van andere, al bestaande systemen niet dwarszitten.
  • Binnen 5 jaar moet het systeem een moment bereiken waarop er geen warmte-overschot is. Zo'n moment moet elke 5 jaar een keer optreden. Er is dan een evenwicht tussen de opgenomen warmte en de afgegeven warmte.
  • Alleen een erkend bedrijf mag de boring doen.

Zo doet u een melding van een gesloten bodemwarmte-installatie:

  • Ga naar Omgevingsloket online.
  • Doe de vergunningcheck.
  • U ziet daarna welke gegevens u moet doorgeven.
  • Log in:
    • voor uzelf: met DigiD
    • voor een bedrijf: met eHerkenning
  • U doet de melding minstens 4 weken voor u de installatie aanlegt.

Een omgevingsvergunning beperkte milieutoets vraagt u ook aan via Omgevingsloket online.

Na de melding geeft de gemeente binnen 4 weken een reactie.

Heeft u een omgevingsvergunning beperkte milieutoets aangevraagd? U krijgt de beslissing binnen 8 weken na ontvangst van uw aanvraag. De gemeente kan deze termijn verlengen met 6 weken. De totale procedure mag niet langer duren dan 3 maanden.

Als u een aanvraag of melding doet, heeft de gemeente uw persoonsgegevens nodig. De gemeente behandelt uw persoonsgegevens zorgvuldig. In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat hoe de gemeente met uw persoonsgegevens moet omgaan.

De belangrijkste regels zijn:

  • De persoonsgegevens waar de gemeente om vraagt, zijn nodig voor het afhandelen van uw aanvraag of melding.
  • De gemeente registreert en verwerkt uw gegevens op een veilige, vertrouwelijke en zorgvuldige manier.
  • De gemeente gebruikt uw gegevens alleen voor het verwerken van uw aanvraag of melding (of voor iets wat daar rechtstreeks verband mee heeft).
  • Uw persoonsgegevens blijven niet langer bewaard dan nodig is voor het verwerken van uw aanvraag of melding.
  • Andere organisaties krijgen uw gegevens alleen als dit wettelijk verplicht is.
  • Als u hierom vraagt, dan vertelt de gemeente u waarvoor de gegevens nodig zijn en wat ermee gebeurt.