Willem van Duvenvoorde

Willem van Duvenvoorde (1290-1353) werd geboren in 1290 in de omgeving van Haarlem als Willem Snickerieme, een buitenechtelijk kind van de Hollandse edelman Philips van Duvenvoorde die behoorde tot het geslacht Wassenaar. In 1311 trad hij in dienst van Willem III, graaf van Holland en Henegouwen, en in 1317 werd hij benoemd tot diens kamerling en zegelbewaarder (adviseur, financier en plaatsvervanger). Ook ontpopte hij zich tot een belangrijke financier die geld leende aan edellieden en vorsten, waaronder de koning van Engeland.

Het enorme vermogen dat hij hiermee verdiende belegde hij voornamelijk in grondbezit, met name in de Hollands-Brabantse grensstreek. Zo kocht hij in 1324 het kasteel Huis ten Strijen bij Oosterhout en een jaar later de Heerlijkheid Oosterhout. En dat was pas het begin. Aan het eind van zijn leven had hij vrijwel de gehele landstreek tussen Moerdijk en de huidige Belgische grens in zijn bezit, in het westen begrensd door het Markiezaat van Bergen op Zoom en in het oosten door de Meierij van Den Bosch.

In 1326 trouwde Willem met Helwig van Vianen en ging hij wonen in zijn kasteel bij Oosterhout dat hij ingrijpend liet opknappen en uitbreiden met een voorhof en een diergaarde. In 1328 werd Willem tot ridder geslagen en een jaar later door Keizer Lodewijk van Beieren gewettigd. Hij mag zich dan Willem van Duvenvoorde noemen, Burggraaf van Geertruidenberg, Heer van Oosterhout, en nog vele andere titels.

Willem van Duvenvoorde heeft veel betekend voor de economische ontwikkeling van Oosterhout. Zo liet hij in 1330 de Haven van Oosterhout graven. Deze stond in verbinding met de rivier De Donge en gaf zo direct toegang tot de Amer. Hierdoor konden de Oosterhoutse pottenbakkers hun producten gemakkelijker exporteren naar de Hollandse steden.

In 1330 liet Willem in Brussel een paleis bouwen waar hij de laatste jaren van zijn leven door zou brengen. Hij overleed op 12 augustus 1353 in Brussel en werd er begraven in het door hem gestichte klooster van de Rijke Clarissen. Het grootste deel van zijn rijke nalatenschap ging naar zijn neef Jan van Polanen. Tot die nalatenschap behoorde ook de Heerlijkheid Breda, dat Willem in 1339 in leen had gekregen van Hertog Jan III van Brabant. Door het huwelijk in 1403 van Johanna van Polanen (de kleindochter van Jan van Polanen) met Graaf Engelbrecht van Nassau, kwam dit rijke bezit in het geslacht van de Graven van Nassau.

Over het boeiende leven van Willem van Duvenvoorde schreef Eva Bentis - inwoonster van Oosterhout - een roman met de titel "Schaduw van de avond".