Willem van Duivenvoorde

Strijen is een dorpje in de Hoeksche Waard (Zuid Holland). In 1288 kreeg dit gebied te maken met een enorme stormvloed, waardoor de inwoners naar hogere gebieden vluchtten en zo kwamen sommigen terecht in Oosterhout. Een van hen was hun leider: de Heer van Strijen, Willem IV. Hij kocht grond, op de grens van Brabant en Holland (die overigens iets verderop ligt), en bouwde daar een nieuw huis: het Huis ten Strijen. De huidige woonwijk Strijen, die er tegenaan ligt, heeft daaraan zijn naam te danken. 

Willem Snickerieme

Vanaf ongeveer het jaar 1290 duikt in Oosterhout ene Willem Snickerieme op. Hij is de zoon van Filips van Duivenvoorde, Heer van Polanen, telg uit het rijke geslacht van Wassenaar. De moeder van Willem is ene Liesbeth. En omdat Filips niet met dit Dongense burgermeisje was getrouwd, was Willem een bastaardzoon. Dat betekende twee dingen: hij kreeg niet de achternaam van z'n vader (vandaar z'n bijnaam Snickerieme) en hij had ook geen recht op de erfenis. Pas een jaar of veertig later, als Willem tot ridder is geslagen en de keizer hem van z'n bastaardstatus heeft ontdaan, mag hij zich Willem van Duivenvoorde gaan noemen. Willem van Duivenvoorde neemt dan ook het familiewapen van De Wassenaars over. We leven dan in 1329.

Slim en rijk

In de tussentijd is Willem onder de naam Snickerieme een puissant rijke man geworden. Hij stond bekend als iemand met een helder verstand en groot politiek inzicht. Hij vervulde als kamerling een van de belangrijkste functies aan het hof van de graaf van Holland. Hij wist goed geld te verdienen, leende dat uit aan invloedrijke mensen en kocht overal gronden. Een van zijn bezittingen werd het Huis ten Strijen in Oosterhout, dat hij verbouwde tot een van de grootste kastelen van zijn tijd. Dankzij zijn contacten en vermogen wist deze bastaard het tot Heer van Oosterhout en van Breda te schoppen.

Familiebanden

Willem van Duivenvoorde was getrouwd met Heilwich van Vianen, maar het huwelijk bleef kinderloos. Dat neemt niet weg dat Willem ongeveer twaalf bastaardkinderen naliet, die op hun beurt geen recht hadden op de erfenis. Hij zorgde er echter wel voor dat ze goed terecht kwamen.

Willem had een halfbroer - die geen bastaard was - en Jan I van Polanen werd genoemd. Willem en Jan I konden het goed met elkaar vinden en verdienden samen een vermogen. Jan I van Polanen kreeg een officiƫle zoon. Je raadt nooit dat die Jan II van Polanen werd genoemd. Als Willem van Duvenvoorde in 1353 overlijdt komt het grootste deel van zijn vermogen bij zijn neefje Jan II terecht. Via Jan III komt het uiteindelijk in handen van Johanna van Polanen, die ook het kasteel in Oosterhout erft. De onmetelijk rijke Johanna trouwt in 1403 met Engelbrecht I van Nassau.

En zo komt het vermogen van een van de rijkste mannen van Europa in de Middeleeuwen - de 'Oosterhouter' Willem van Duvenvoorde - in de familie Van Nassau terecht. Later zou dat onze koninklijke familie worden.

De Slotbosse Toren

Van de erfenis van Willem van Duivenvoorde is in Oosterhout niet veel tastbaars meer over. Het enige wat er van zijn immense kasteel nog te zien is, is de Slotbosse Toren; een kwart van een oude hoektoren. Het ligt in een klein stukje 'slotbos', dat vroeger aanmerkelijk groter was en zelfs een dierentuin herbergde. De woonwijk tussen het kasteel en het centrum van Oosterhout werd in de volksmond dan ook 'het bosch' genoemd. Aan de bezittingen van ons koningshuis herinneren namen als de Oranjepolder en de Willemspolder nog. Deze polders behoorden tot de domeinen van Oranje Nassau.